De Nederlandse economie blijft ook richting 2026 groeien. De koopkracht van huishoudens neemt toe, de overheid blijft investeren en de export blijft op peil. Tegen die achtergrond lijkt een stijgende werkloosheid op het eerste gezicht slecht nieuws. Toch kan die ontwikkeling, met name voor sectoren als logistiek en supply chain, juist voor verlichting zorgen.
De verwachte economische groei is mede te danken aan het uitblijven van een grootschalige handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en andere werelddelen. Voor een open economie als de Nederlandse is dat van groot belang. Grote banken zoals Rabobank, ING en ABN AMRO hebben hun groeiverwachtingen daarom naar boven bijgesteld.
Daarnaast profiteert Nederland van grootschalige investeringsplannen in Duitsland. De Duitse overheid wil de komende jaren honderden miljarden euro’s investeren in infrastructuur. Dat zorgt voor extra vraag naar Nederlandse logistieke diensten, transport en exportstromen richting onze oosterburen.
Hoewel de export groeit, gebeurt dat minder snel dan voorheen. De concurrentiepositie van Nederland staat onder druk door gestegen loonkosten en relatief hoge energieprijzen. Nederlandse producten en diensten zijn daardoor duurder geworden op de internationale markt.
Tegelijkertijd blijft de binnenlandse vraag sterk. De lonen stijgen sneller dan de inflatie, waardoor consumenten meer te besteden hebben. Dat extra geld wordt ook uitgegeven, wat de logistieke keten — van distributiecentra tot transportplanning — draaiende houdt. Ook overheidsuitgaven dragen bij aan deze economische dynamiek.
Ondanks de positieve economische vooruitzichten blijft een aantal structurele problemen onverminderd aanwezig. De arbeidsmarkt is nog altijd krap, het stroomnet zit vol en dossiers als stikstof en woningbouw remmen investeringen en groei. Deze problemen versterken elkaar: een tekort aan personeel belemmert bijvoorbeeld zowel logistieke uitbreiding als infrastructurele projecten.
Daarnaast blijft de inflatie in Nederland relatief hoog. Hogere lonen, stijgende bedrijfskosten en extra heffingen — onder meer op CO₂-uitstoot — zorgen voor aanhoudende druk op marges binnen de logistieke sector.
Het grootste knelpunt blijft echter het personeelstekort. In de logistiek is dit dagelijks merkbaar: planners, chauffeurs, warehousemedewerkers en supply chain specialisten zijn schaars. Die krapte drijft lonen op en verhoogt de werkdruk, terwijl bedrijven worden geremd in hun groei.
Dat probleem zal de komende jaren alleen maar groter worden. Vanaf 2029 krimpt de beroepsbevolking structureel, wat betekent dat de strijd om talent verder toeneemt.
Juist tegen die achtergrond kan een lichte stijging van de werkloosheid positief uitpakken. Meer beschikbare arbeidskrachten zorgen voor enige ontspanning op de arbeidsmarkt. Voor werkgevers betekent dit meer ademruimte; voor werknemers kan het de werkdruk verlagen.
De uitdaging voor de komende jaren ligt in het vinden van balans. Economische groei, stijgende lonen en een gezonde arbeidsmarkt moeten hand in hand gaan. Stabiliteit vanuit de politiek en gerichte oplossingen voor personeelstekorten blijven daarbij cruciaal, zeker voor sectoren die het fundament vormen van de Nederlandse economie, zoals logistiek en supply chain.